Zaad
In Nederland is de situatie m.b.t. de rol van de boeren en tuinders en het zaaizaad in de afgelopen 100 jaar dramatisch veranderd, nl. van mede-ontwikkelaar en mede-instandhouder in die van klant. Het aantal zaadbedrijven dat de boeren en tuinders bedient is in diezelfde tijd enorm gedaald van vele tientallen familiebedrijven naar enkele grote internationaal opererende concerns.
De verhandelde rassen paren een hoog opbrengstniveau en uniformiteit aan een beperkte erfelijke diversiteit, weinig karakteristieke smaak en zijn vaak door een sterk technologisch selectieproces gegaan. Door ze in een F1-hybridevorm te verkopen zijn ze moeizaam of niet na te telen door anderen, hetgeen ook de bedoeling is.
In de nabije toekomst zal dit proces naar alle waarschijnlijkheid zich verder voortzetten en wel in een versneld tempo. In dit alles speelt de biologische landbouw een marginale rol, te klein om een uitzonderingspositie af te dwingen.